Daar staat ze, een indrukwekkende verschijning van over de zeventig met lang grijs haar rond een gerimpeld gezicht. Om haar hals een dozijn kettingen, met daar tussenin een grote pentagramhanger. Om haar vingers draagt ze edelsteenringen en pentagrammen die robuust afsteken tegen de broze, gerimpelde vingers. Haar zwart met zilveren gewaad hangt om haar heen en over haar tengere schouders hangt een dikke zwartwollen cape. Hoe oud ze precies is wilde ze niet zeggen, maar het is duidelijk een heks, een wijze vrouw, een crone.

Blij om er te zijn
“I am so happy to be here!” zei ze toen ik haar aansprak. Overal om ons heen dansen en praten groepjes heksen en pagans op deze open bijeenkomst, waarbij we samenkomen om Beltane te vieren. Via via had ze te horen gekregen van deze viering, en besloot ze te komen. “I had called another group, but they were very cold and…” ze drukt met haar vingers haar neus omhoog en kijkt uit de hoogte op me neer. Aha, ik begrijp het al, autoritair.
Met mijn gebrekkige Engels probeer ik haar uit te leggen dat ik het jammer vind dat zelfs in deze religie/stroming er zoveel haat en nijd is. Is een van de ‘heksenwetten’ niet dat je iedereen accepteert ondanks de huidskleur, gewoonten, eigenschappen en/of religie? En dan nog… is het niet vreemd dat er zoveel strijd is onderling, binnen de eigen stroming? Dat de één de ander voor charlatan uitmaakt, terwijl ze beide hetzelfde doen?
“It’s a shame!” vindt ook Maria Flyingheart, zoals ze zichzelf noemt. “We can learn so much from each other.” En wij kunnen zoveel van háár leren. In één zucht vertelt ze dat ze alles heeft achtergelaten in Amerika voor haar Nederlandse liefde. Dat ze het jammer vindt dat ze haar drie covens moest overdragen aan iemand anders, dat ze nu veel minder contact heeft met haar vrienden Raymond Buckland en Phyllis Curot.
Ik sta haar met open mond aan te kijken. Ze heeft een fles zelfgemaakte paardenbloemenwijn meegenomen als dank dat ze hier mocht zijn en laat deze rondgaan onder de aanwezigen. Het is tongstrelend lekker, heerlijk zoet en je proeft de liefde en zorg die ze er in heeft gestopt.

Wijze woorden
Even later staan we met een hele groep op de parkeerplaats rond een vuurkorf. Het vuur knettert en knispert en laat de avond met haar vlammen nog donkerder lijken. We staan in twee cirkels om de korf en hebben net tegen elkaar in om het vuur gedanst en gezongen. Plotseling stopt iedereen en neemt de oude vrouw het woord: “Laten we allemaal stilstaan bij het leed in de wereld. Laten we allemaal wat energie sturen opdat iedereen wat meer liefde naar elkaar zal zenden, opdat iedereen wat vriendelijker met elkaar om zal gaan. Misschien dat dán de wereld een iets betere plek kan worden, een plek waar mensen elkaar zullen respecteren om wie ze zijn. Of je nu groen, geel, rood, bruin of wit bent, dat maakt niet uit. Iedereen is gelijk aan elkaar. Onthoud dat! In liefde en licht. Blessed be.” Ze kijkt me over het vuur heen aan en ik krijg een knipoog.