Animisme, van het Latijnse anima (wat vleugje of ziel betekent), is het geloof dat er in elk dier, iedere vogel, bloem, steen, watermassa en berg een ziel of een geest huist. Vooral planten en bomen zijn heilig. Vandaar dat je eigenlijk altijd toestemming hoort te vragen aan de plant of boom voordat je er iets van plukt of wegneemt, vooral voor magisch werk. Zelfs in het hedendaagse IJsland en Ierland vragen mensen toestemming aan geesten in bomen en grond voordat ze een nieuw gebouw neerzetten. Van oudsher werd gedacht dat tarwe en andere granen de geest van vruchtbaarheid bevatten en daarom waren veel vruchtbaarheidsriten op het land gericht. Het verspreiden van de as van Paasvuren stamt bijvoorbeeld af van de oude traditie om as van een ritueel vuur over de velden te strooien als het eerste offer aan een natuurgod voor een vruchtbare grond.
Animisme en natuurwezens
Natuurgeesten worden net als andere geesten bovennatuurlijke krachten toebedeeld. Natuurgeesten verblijven op een ander niveau van bestaan dan mensen en dus zijn ze onzichtbaar, behalve voor kinderen en mensen die helderziende gaven bezitten. Zelf heb ik als kind veel natuurwezens gezien. Niet alleen elfjes maar ook deva’s, trollen / kobolden en boomgeesten. Voor mij waren ze de ziel van de natuur. Dat vonkje dat de natuur deed leven en mooier maakte. Helaas raak je dat stukje van ‘zien’ kwijt naarmate je ouder wordt, en dat is ook het stukje wat veel volwassenen missen om de pracht van de natuur te kunnen zien en ervaren zoals een kind dat doet. Maar ondanks dat gemis van ‘zien’ zijn de wezens er nog steeds. Je moet er als volwassene alleen wat meer moeite voor doen.