Het is 7 uur ’s ochtends en ik ben net wakker. Gelijk schieten er allerlei gedachten door mijn hoofd: afspraken die ik niet moet vergeten, dingen die ik vandaag moet en wil doen, het verhaal van het boek dat ik aan het lezen ben, flarden van dromen, enz. Tussendoor schiet me een oefening te binnen die ik ooit eens heb gedaan: luisteren naar de stilte.
Al die geluiden!
Op mijn rug liggend begin ik te luisteren. Eerst dichterbij en dan steeds verder weg. Ik hoor mijn kussen kraken en de verwarming tikken. Dan hoor ik de kat van de vensterbank springen, de ventilator van de badkamer, de koelkast aanslaan en de buurvrouw lopen. Buiten fluiten vogels, waait het en hoor ik auto’s en een bus rijden, de trein komt langs, ik hoor het belletje van een tram, er loopt iemand langs en ik hoor een kind huilen. Een vliegtuig vliegt over, meeuwen krijsen…
Kennen we nog échte stilte?
En dat noemen we nog steeds stilte? Kennen we nog echte stilte, vraag ik me af. Ik stel mij een bergweide voor. Helder groen gras en… fluitende vogels, ruisend gras en de wind die zachtjes fluit. Nee, echte stilte bestaat niet.
The Cure
Ik sta op en met een druk op de knop wordt mijn stilte verbroken. Uit de luidsprekers klinken de bekende tonen van The Cure. Heerlijke muziek om mee wakker te worden. Want stilte is fijn, maar muziek ook.