Het weekend staat voor de deur en de ‘fijn weekend!’ berichtjes vliegen over en weer. Weekenden zijn voor velen de twee dagen dat je even niet hoeft te werken en tijd voor jezelf en je gezin hebt. Echter moest er vroeger vaak ook op zaterdag worden gewerkt en was alleen de zondag, de heilige dag dat men naar de kerk ging, de enige vrije dag in de week. Nu moet je er niet meer aan denken! Zes dagen werken en dan niet van 9 tot 5, maar van 7 tot 7! Dat waren nog eens tijden. Bikkels waren we toen.
De drang naar vrije tijd
Maar tijden veranderen en men wil steeds meer vrije tijd. Zijn we enkel op aarde om te werken? Nee, dat lijkt me niet, maar waarom we er dan wél zijn, is nog steeds het grootste raadsel dat bestaat. Hét raadsel waar nog geen duidelijk antwoord op gevonden is. Willen we het antwoord wel weten? Waarom zou je stil staan bij zulke ingewikkelde vragen als de tijd toch blijft doortikken?
Wat is nuttig?
Weer vijf minuten tijd verdaan door niets te doen. In die vijf minuten had ik allang dit stukje af kunnen hebben, de kat kunnen aaien, bij kunnen lezen op diverse blogs… Maar ook dat is niet nuttig. Dan is het nuttiger om iemand te helpen, een luisterend oor te zijn, een schouder om op uit te huilen, iemand een hart onder de riem te steken. Maar dat zijn idealen die niet haalbaar zijn als er niemand is om voor te zijn. Bovendien wíl de kat graag geaaid worden en schrijven anderen om gelezen te worden. Dus vanuit dat perspectief wordt de tijd die je daar aan besteedt niet verdaan.
Werken of leven
Werken om te leven of leven om te werken is net zo’n vraag als de bestaanskwestie. Het is een dualiteit die zichzelf staande houdt. Het één kan inmiddels niet meer zonder het ander. Zou de wereld nog zonder de mensheid kunnen?