Steeds als ik er ben overvalt het me; een gevoel van magie en midden in de natuur staan. Een gevoel van eenheid, zoals het hoort, terug naar de roots, stilte en vrijheid. Het bos is een magische plek met zijn eigen energie. Niet elk bos heeft dat overigens, het ene bos heeft het niet, een ander een beetje en weer een ander bos heeft het heel veel.
Verschillen in het bos
De bomen en de plek maken het verschil. Een naaldbos heeft dit gevoel van stilte en vrijheid bijvoorbeeld veel minder. Het is er anders, doodser, dan in een oud loofbos waar het lichter is, prettiger, meditatiever en sfeervoller. De energie in een oud loofbos neemt je direct honderden jaren mee terug in de tijd. Alsof het al zijn tijden en facetten van leven wil laten zien. Alsof het wil aangeven dat zij er al langer zijn dan wij, langer teruggaan en vele geheimen en stadia hebben gezien en hebben leren kennen. Kennis die wij graag zouden verkrijgen.
De pijn van de beuk
Kijkend naar de majestueuze beuk met zijn wijd verspreide bladerdak, zijn robuuste stam met diverse jaartallen erin gekerfd, de wortels al een beetje boven de uitgesleten aarde eromheen uit stekend, voel ik de omarming van de beukenergie zich naar me uitstrekken. Ik loop ernaartoe en bekijk de jaartallen in zijn bast, de hartjes en namen. 1921 zie ik staan. Ik leg mijn hand erop en voel met de boom mee. Waarom doen mensen dat toch? Ik denk dat ze het doen om zichzelf te vereeuwigen in een boom, in de hoop dat de boom vele malen langer meegaat dan zij en dat anderen dan teruglezen wie hier nog meer hebben gestaan. Maar ik voel ook de pijn van de boom. De kerven in de bast zijn als ongewenste tatoeages. Ik leg mijn hand op de meest recente wond, een flink diep uitgesneden hart met de letters A en P. Veel dieper dan nodig! Ik voel de boosheid in me omhoog komen en voel mee met de beuk. Krachtig laat deze me weten hier wel aan gewend te zijn. Het doet zeer, ja, maar hij is het na al die jaren wel gewend. Hij komt er wel bovenop en hoopt dat er meer mensen zijn die inzien dat het hem pijn doet, dat hij een levend wezen is.
Terug in de tijd
Daarna ga ik tegen zijn sterke stam aan staan en sluit me af voor alles om deel te worden van zijn energie en de energie van de aarde en de lucht waar hij in staat, van de bomen en de plek om hem heen, steeds verder totdat de energie het hele bosgebied lijkt te omvatten. Heerlijk is het, te zweven tussen het hier en daar, het nu en toen, heden en verleden. Beelden van lachende kinderen, rondrennende honden, paard en wagens en vrijende stelletjes flitsen aan me voorbij. Beelden van soldaten, wandelaars, marskramers, dames en arbeiders. Er hebben al vele voeten deze aarde beroerd, al velen zijn deze weg gegaan. Tegenwoordig wandelen mensen door het natuurgebied, vroeger – in de tijd dat er nog geen bosrecreatie bestond – liep men hier doelbewust, om van de ene plek snel op de ander te komen.
Magische bossen
Dan krijg ik een beeld door van een jonge vrouw die een bloemenkrans in zijn laaghangende takken hangt en een witte lap stof met iets erin aan zijn voeten legt. Het is een klein offer voor deze machtige boom die stormen, weer en wind heeft doorstaan, deze boom met betekenis, de grootste in het bos. Het is een magische beuk, die midden op het pad staat, zodat het er wel omheen móét lopen. Voor de beuk is een open plek ontstaan, waarschijnlijk al heel lang geleden. Dit is een plek waar meer mensen naartoe kwamen en nog steeds komen, want bossen en bomen waren ooit magische en heilige plekken, werden vereerd in al hun glorie en schoonheid. Toen, maar nu nog steeds.
Ik glimlach en voel mezelf langzaam weer terugkomen naar het hier en nu. Langzaam streel ik nog een keer de oude en nieuwe ingekerfde woorden en bedank de boom alvorens met een goed gevoel weer mijn wandeling te vervolgen.
Dag mooie Beuk!